In Villagers, een spel van Haakon Gaarder en White Goblin Games, bouw je een eigen dorpje op. De pest teistert al tijden de lokale bevolking en veel is er niet meer van over. Je probeert de juiste specialisten bij elkaar te krijgen om een nieuwe start te maken in jouw nieuwe dorp.
Villagers heeft een eenvoudig spelconcept. Je pakt kaarten uit een gezamenlijk aanbod en legt ze voor je neus. Op twee momenten in het spel scoren de kaarten die je voor je hebt. De speler met de meeste punten wint.
De diepgang zit hem in het feit dat sommige kaarten in een bepaalde volgorde geplaatst moeten worden. Je moet eerst kaart A plaatsen om daarop kaart B te kunnen plaatsen om daarop kaart C te kunnen plaatsen. Kaart C levert je dan wel weer heel veel punten op, maar het kost wat stappen. Ook zijn er kaarten met een slotje die, wanneer je die plaatst, geld geven aan andere kaarten. Heb je die kaart zelf, dan is dat fijn voor jou, maar als een andere speler die heeft, of helemaal niemand, dan zul jij die kosten moeten betalen. Andere kaarten hebben een eindespelconditie. Weer anderen zorgen dat je meer kaarten in je beurt mag pakken, of juist meer mag bouwen. Dan zijn er ook nog eens kaarten die je eenmalig een bijzondere actie laten uitvoeren.
Hoe ga je met de kaarten met een slotje om? Dat is een belangrijk onderdeel van het spel. Ga je zelf op zoek naar kaarten die andere kaarten ontsluiten, of betaal je gewoon maar munten aan een tegenstander of aan de bank? Munten is punten. Je maakt jezelf armer en tegelijkertijd je tegenstander rijker.
Het grappige is dat de kaarten die je meer kaarten laten trekken, of eigenlijk laten kiezen, in eerste instantie heel goed lijken. Meer keuze is toch altijd beter. Maar, omdat je dat aantal MOET trekken zorgt het er ook voor dat het spel sneller wordt beëindigd. Misschien ben je daar nog helemaal niet aan toe.
Je laat het motortje die je aan het bouwen bent eigenlijk maar twee keer draaien. Je kunt vrij goed vooraf bepalen welke kaarten je nodig hebt. Soms pak je kaarten om later af te leggen en om basiskaarten van te bouwen. Soms verzamel je kaarten op hand om later op elkaar te leggen. Soms wijk je af van een eerder ingeslagen weg, omdat de kaart die je nodig hebt maar niet komt, of gewoon omdat er iets beters op je pad is gekomen.
Dat is ook weer nadeel. Niet alle kaarten in het spel zullen worden gebruikt. De trekstapel is behoorlijk dik. Heb je A voor je liggen en C op hand, dan zou het zomaar eens kunnen dat B nooit gevonden gaat worden. Geluk kan dus van invloed zijn op de afloop van het spel. Het voegt een geluk beproef-element toe aan het spel. Niet iedereen houdt daarvan.
De eerste kaart die je pakt uit het aanbod in de eerste draft heeft behoorlijk wat invloed op de rest van het spel. Hier liggen namelijk een aantal kaarten die andere karakters later in het spel nodig gaan hebben. De Timmerman en de Smid zijn bijvoorbeeld kaarten die door acht of tien kaarten met een slotje gevraagd worden. De spelers die deze heeft gaat daar flink van profiteren.
Villagers een erg fijn en gestroomlijnd kaartspel met een frisse uitstraling. Je bouwt in dit spel als het ware een motortje op, maar anders dan andere spellen met dit spelidee laat je die maar twee keer in het spel brullen. Ongeveer halverwege en aan het eind. Je hebt dus behoorlijk wat tijd om te plannen. Een goede hand kaarten opbouwen en soms gedurfde keuzes maken is bijna belangrijker dan de kaarten die je voor je hebt liggen.
In bovenstaande schaal is 1 ster ‘helemaal niet leuk ‘, 4 sterren ‘neutraal’ en 7 sterren ‘extreem leuk’.
Deze spelbespreking is geschreven na het spelen van 5 potjes van het besproken spel.