De fans van het in 2015 voor de Spiel des Jahres genomineerde spel met de uiterst onhandige naam The Game kunnen in hun handjes wrijven. Er is een nieuw spel op de markt, speciaal gemaakt voor twee spelers, genaamd The Game: het Duel.
De schedel op de voorkant is nog even onheilspellend, en even niet op zijn plaats als in het basisspel, en ook het basisprincipe blijft vrijwel hetzelfde. Je hebt namelijk genummerde kaartjes en op de ene stapel probeer je kaarten met oplopende waarde te leggen, op een andere stapel kaarten met aflopende waarden, en zo probeer je al je kaarten weg te spelen.
Verschillen zijn er ook, zeer zeker. Ten eerste is dit een duel en dus alleen voor twee spelers. Ten tweede is het nu een competitief spel en dit brengt ook veranderingen in de spelmechanismen met zich mee.
Belangrijk om te weten is dat elke speler zijn eigen trek- en aflegstapels heeft. Het is nu een stapel kaarten van 2 tot en met 59. Je mag zoveel handkaarten op je eigen stapels leggen als je zelf wilt en je mag dan weer twee kaarten bijtrekken. Dan is weer belangrijk om te weten dat je ook een kaart op de stapel van je tegenstander mag leggen. Dan mag je je gehele hand aanvullen tot zes kaarten. Weet wel dat de kaart die je bij je tegenstander legt jouw tegenstander moet helpen. Het moet de oplopende stapel kaarten weer in waarde omlaag brengen bijvoorbeeld.
Met dit laatste help je dus je tegenstander, soms zelf enorm, maar je kunt wel weer een beurt overleven, zonder dat je onwenselijke kaarten, veel te hoge of lage, op je eigen stapels hoeft te leggen.
Ik vond The Game destijds een aardig spelletje, maar niet meer dan dat. Ik was ook vrij verbaasd dat het voor de Spiel des Jahres was genomineerd, aangezien er dat jaar genoeg andere spellen op de markt waren gekomen die wat beter voor die plek in aanmerking waren gekomen. Maar goed, dit is elke jaar de discussie en het is niet de Rowdy van Lieshout of As a Board Gamer prijs (ik moet ze eens bellen…)
The Game: het Duel bevalt mij iets beter. Je hebt nog steeds een beetje geluk nodig. Je blijft afhankelijk van welke kaarten je op enig moment trekt natuurlijk. In het Duel heb je ook, in aanvulling op het beheersen van je hand met kaarten, altijd nog je tegenstander die bij bijna elke kaart die zij op jouw stapeltje legt de situatie alleen maar verbeterd.
Ik zeg bijna, omdat het voor kan komen, dat je kaarten bij trekt in jouw beurt die beter zijn, dan de kaart die jouw tegenstander bij jou heeft gespeeld. Denk aan de situatie dat jij jouw oplopende stapeltje met de 10-lager-of-hoger-regel kunt verlagen van 37 naar 27 als je weer aan de beurt bent, die kaart heb je toevallig net bijgetrokken, en jouw tegenspeler speelt net een 36 kaart op die stapel. Ja goed, die kaart kan worden gezien als een verbetering als je naar de regels van het spel kijkt, maar voelt dit voor jou echt echt als een verbetering? Ik denk het niet.
Dat is ook het spel dat je speelt. Je probeert kaarten bij je tegenstander te leggen die hen zo min mogelijk helpen, terwijl ze jou weer even vooruit helpen. Ondertussen probeer je jouw eigen stapeltjes zo goed mogelijk onder controle te houden en dan maar hopen dat die tegenstander van je zomaar een enorm lage kaart op die oplopende stapel moet leggen.
Zo zijn Steffen Benndorf en Reinhard Staupe door wat kleine aanpassingen te doen aan The Game er toch zeer aardig in geslaagd om een coöperatief spel om te zetten in een competitief spel voor twee spelers. Zelf speel ik liever deze versie. Het speelt lekker weg, net als zijn oudere broer, maar ik vind het Duel net iets spannender. Ik houd wel van een een-tegen-een strijd.