Illusion is een simpel spelletje, een heel simpel spelletje. Eigenlijk zou je Illusion binnen een minuut of twee moeten kunnen uitleggen. Binnen drie minuten ben je aan het spelen. Leuk of niet leuk, dat is dan wel de vraag?
Het spel is ontworpen door Wolfgang Warsch en in Nederland wordt het uitgegeven door White Goblin Games. Deze Oostenrijkse spellenontwerper heeft niet veel spellen gemaakt, maar zijn recentelijk uitgekomen spel The Mind krijgt van veel spelers waarmee ik het speel positieve reacties.
Maar we hebben het hier nu niet over The Mind, we hebben het over Illusion. In het kleine doosje vind je een stapeltje kaarten met groene, gele, rode en blauwe pijlen erop. Ook zit er een grotere stapel van kaarten in de doos met afbeeldingen, altijd een combinatie van rood, groen, blauw en geel (en vaak ook wat witte opvulling). Elke ronde wordt er een pijlkaart opengedraaid en een kaart van de afbeeldingenstapel naast die pijlkaart neergelegd.
De pijl geeft aan naar welke kleur er wordt gekeken die ronde en in jouw beurt heb je twee opties. De eerste optie is het trekken van een kaart van de afbeeldingenstapel en het aanleggen van de kaart in de rij. Dit mag overal. Aan het begin, tussen kaarten in, aan het einde van de rij. Je doel is om kaarten aan te leggen, zodat in de rij het percentage rood, als de pijl rood is, per kaart steeds hoger wordt.
Optie twee is het in twijfel trekken van de huidige rij. Denk je dat het percentage rood niet klopt, dus naar rechts niet steeds hoger wordt, dan mag je alle kaarten omdraaien. Op de achterkant van de kaart staat voor alle kleuren het percentage die op de betreffende kaart van die kleur aanwezig is. Als het, in dit geval, percentage rood inderdaad niet steeds hoger is, dan win jij de pijlkaart. Klopt het wel, en ben jij dus fout, dan krijgt de persoon die voor jou aan de beurt was de (rode) pijlkaart.
De speler die als eerste drie pijlkaarten heeft bemachtigd die wint het spel.
Zoals je kunt lezen zijn de regels vrij eenvoudig. Mocht je na het lezen van de regels nog niet helemaal door hebben hoe het werkt, dan heb je dat na de beurt van de eerste speler wel. Het spel zelf is niet heel diepgaand, maar zeker wel vermakelijk.
Door de verschillende patronen en soorten afbeeldingen is het nog best lastig om in te schatten op welke afbeelding meer of minder groen, rood, geel of blauw staat. Zeker als de percentages heel dicht bij elkaar liggen. Reken maar dat als je twee verschillende type afbeeldingen voor je hebt liggen, bijvoorbeeld een met letters en een andere met cirkels, het vrij lastig is om in te schatten welke afbeelding nou uit 17% geel bestaat en welke uit 16%.
Kijk, ik ga hier niet roepen dat Illusion het leukste of meest briljante spel ooit is, maar het is weer eens wat anders. Het is best geinig voor de doordeweekse avond, of om je hersenen even wat rust te geven na het zware denkwerk van een of ander economisch spel. Een tussendoortje dus. Of misschien zelfs, aangezien je het spel echt in tien à vijftien minuten uitgelegd en gespeeld hebt, een supertussendoortje.
Het lijkt qua concept eigenlijk een beetje op Timeline of Anno Domini, maar dan probeer je in Illusion dus kleuren op een rij te leggen in plaats van jaartallen . In Timeline probeer je bijvoorbeeld het jaartal wanneer de paperclip is uitgevonden en het jaartal van het einde van de tachtigjarige oorlog op volgorde te leggen. Timeline vind ik zelf best leuk om eens in de zoveel tijd eens op tafel te leggen. Bij mij gebeurt dit vaak met de familie gedurende de feestdagen in december.
Het voordeel van Illusion is dat het hier om kleuren gaat en je dus niet heel veel kennis van zaken hoeft te hebben. Iedereen kan, buiten wellicht de kleurenblinden onder ons (maar dat weet ik niet 100% zeker), een goed gefundeerde gok wagen als het om de kleurenpercentages gaat. De angst om enorm dom over te komen, wat sommige mensen misschien hebben als het om kennisspellen of spellen met jaartallen gaat, zal vermoedelijk geen factor zijn in het wel of niet willen spelen van Illusion.
Kortom, Illusion is geen wereldschokkend spel. In concept niet, maar ook qua spelvreugde niet. Het is geinig. Punt. Ik kan er eigenlijk niets slechts over zeggen. Dat dan ook weer. Het doet precies wat het beloofd.