*Kuch. Kuch* Even snel een recensie van Dr. Microbe van White Goblin Games, Roberto Fraga en Delphine Lemonnier, voordat ik mijn bed weer in duik. Waarom snel? Nu, omdat dit nu eenmaal een snel spelletje is.
We kennen Dr. Eureka natuurlijk al, waar we gekleurde balletjes van reageerbuis naar reageerbuis aan het schenken waren. Nu is er dus Dr. Microbe. Collega van, vermoed ik.
In Dr. Microbe ligt er een petrischaal in het midden van de tafel met vier verschillende soorten microbes erin in drie verschillende kleuren. Rood. Groen. Blauw. Er zijn er genoeg van elke soort voor iedereen.
Iedere speler heeft een eigen petrischaaltje voor zich liggen en een plastieken pincet op hand. Het petrischaaltje bestaat uit vier vakken. Drie kleine vakken en een grote. In elk van die vakjes moet uiteindelijk een microbe komen te liggen. De regel is eigenlijk dat in het grote vakje een microbe moet komen te liggen die qua vorm en kleur anders is dan de microbes in de kleinere vakjes.
Elke ronde wordt een kaart open gedraaid met hierop een petrischaal afgebeeld met al een paar microbes in een aantal van de vakjes, zoals hier linksboven. Een blauw vierkantig ding in het midden en een groen sliertje in het rechter vak.
Klaar voor de start? Af! Je moet nu zorgen, iedereen tegelijkertijd, met een pincet, dat elk vakje van jouw schaal wordt gevuld met microben met de regels van het plaatje en de regel hierboven in gedachte houdend.
Met zijn allen graai je in het gezamenlijke schaaltje en de speler die als eerste de juiste microben in het juiste vakje heeft mag de microbekaart pakken.
De eerste speler die vijf kaarten heeft is de winnaar van het spel.
Laten we beginnen met te zeggen dat ik vreselijk slecht ben in dit soort spellen. Dra-ma-tisch. Het logica gedeelte gaat me prima af, maar het snelheidsaspect is mij te veel. Chaos op tafel. Chaos in mijn hoofd.
Dat is ook gelijk het grote verschil met Dr. Eureka. In beide spellen krijg je een plaatje voor je met een logische puzzel. De gekleurde balletjes moeten in die-en-die volgorde of, in het geval van Dr. Microbe, bedenk zelf waar bepaalde microbes in moeten liggen in petrischaal.
Waar je in Dr. Eureka wel snel moet zijn, ben verder niet met andere spelers bezig. Je moet hier gewoon zorgen dat je een stabiele hand hebt en snel en slim de balletjes overgiet van reageerbuis naar reageerbuis.
Bij Dr. Microbe moet je ook nadenken, waar moet welke microbe?, moet je ook snel zijn, de eerste speler krijgt ook hier de kaart, maar als extraatje ben je ook met elkaar in gevecht om de microbes te pakken.
Het centrale petrischaaltje is klein, er zitten veel kleine microbes in en er zweven veel grote (en ook kleine) mensenhanden met hun pincetten boven hetzelfde schaaltje. Je bent letterlijk aan vechten voor je plekje.
Er zit wat meer chaos in dit spel en dit moet je leuk vinden. Of niet.
Gek genoeg vind ik die chaos wat minder worden als je de extra superbacterie er bij doet. Deze bacterie ligt ook in het centrale bakje, maar je kan deze oppakken met je pincet en aan je linker buurman of buurvrouw geven. Deze speler kan de ronde niet eindigen met deze bacterie nog in zijn of haar bezit. Ze moeten deze dus doorgeven.
Hoewel het een extra pest-element aan het spel toevoegt, wat voor wat extra chaos en hilariteit zorgt, zorgt het er ook voor dat er tijdelijk wat extra ruimte boven het centrale petrischaaltje ontstaat. Er is namelijk een speler bezig met die vervelende bacterie te pakken en door te geven. Dat zorgt dan weer voor wat minder chaos.
Ik vond Dr. Microbe uiteindelijk een leuk spelletje. Persoonlijk vond ik het spel dan wel wat minder leuk dan haar collega Dr. Eureka, maar als hilarisch familiespel brengt het wat het beloofd. Het speelt snel ene logische puzzels zijn uitdagend genoeg, zeker en vooral ook als je daarbij ook nog eens een expert moet zijn in het pincetworstelen. Eindconclusie, een leuke toevoeging aan het genre.