Je kent ze wel die geinige blauwe vloertegeltjes met die gekke patroontjes. In Azul probeer je van die bontgekleurde Portugese tegeltjes een stijlvolle vloer te maken en dit is lastiger dan je denkt.
Azul is een wonderschoon, abstract tegellegspel van Michael Kiesling en Plan B Games. Het doel is om bontgekleurde Portugese tegeltjes op bepaalde plekken in een 5×5 raster op je persoonlijke spelersbordje te krijgen. Tijdens het spel wil je waarschijnlijk je tegeltjes zo dicht mogelijk bij elkaar plaatsen, maar aan het eind krijg je ook weer punten voor volle rijen, kolommen of complete setjes van een kleur. Vooral dit laatste betekent toch dat jouw tegeltjes van die kleur in ieder geval een beetje verspreid over het bord liggen.
Buiten dat het een mooi spel is, misschien zelf het mooiste spel dat afgelopen jaar is uitgebracht, zit het ook erg vernuftig in elkaar. De regels zijn enorm eenvoudig, maar, zoals een goed abstract spel betaamd, er zit toch heel wat diepte in dit simpele ontwerp.
Het spel bestaat uit twee elementen. Het eerste is het bord op tafel, of eigenlijk de bordjes op tafel, en eigenlijk ook de ruimte ertussen. In het midden van de tafel liggen zeven kleine ronde bordjes en op elk van die bordjes worden iedere ronde, vanuit een zak, vier vierkante tegeltjes geplaatst. Tussen al die bordjes, in het midden, ligt de startspeler tegel.
Het tweede element in het spel is jouw spelersbord. Hier moeten die tegeltjes uiteindelijk komen te liggen. Op dit spelersbord zie je vier dingen. Je ziet het 5×5 raster met ingekleurde vlakken, zodanig dat elke rij maar 1 vlak van elke kleur bevat.
Op de achterkant van je spelersbord, voor de variatie, zie je een niet ingekleurd raster, maar daar geld ook nog steeds dat er in een rij geen tegels mogen liggen van dezelfde kleur.
Links daarvan zie je plekken om tegeltje op te plaatsen. Het is als het ware een wachtrij. De eerste rij heeft een beschikbare plek, de tweede twee en de laatste vijf beschikbare plekken voor tegeltjes. Aan de bovenkant van je spelersbord vind je een scorespoor en aan de onderkant een spoor waar je de tegeltjes plaats die je in een ronde niet hebt kunnen plaatsen.
Laten we maar eerst eens beginnen met uit te leggen hoe je ze wel kunt plaatsen, of niet?
Nu, in je beurt moet je van een van de zeven schaaltjes, of vanaf het midden als daar tegeltjes liggen, alle beschikbare tegels van één kleur pakken. Dus liggen er op een tegel een rode, een gele en twee blauwe tegels, dan kun je er voor kiezen om bijvoorbeeld de twee blauwe tegels te pakken. In elk geval gaan de tegels die je niet kiest naar het midden. Op die manier komen daar dus ook tegels te liggen, die alle spelers kunnen pakken.
Als je de tegels van het schaaltje hebt gepakt dan plaats je deze in het linker gedeelte op je spelersbord in een van de vijf wachtrijen. Voor de hand ligt misschien dat je ze in de rij ligt waar twee beschikbare plekken zijn, maar dit hoeft niet. Open plekken kun je later, met tegels van dezelfde kleur, opvullen, dus leg die twee blauwe tegels gerust in de vijfde wachtrij. Mocht je die twee blauwe tegels per se in de eerste rij willen leggen, kan dat ook, maar dat betekent, omdat er maar een beschikbare plek is, dat je die tweede tegel niet kunt plaatsen. Dan moet je de tegel die je niet kon plaatsen onderaan je spelersbord leggen. Een tegel mag je ook niet in een wachtrij leggen waar al een tegel met diezelfde kleur in de rij ernaast ligt. Elke niet geplaatste tegel is wat minpunten waard.
Iedereen pakt tegels en plaatst ze in de wachtrijen naast het raster, totdat alle tegels in het midden van de tafel gepakt zijn. Je eindigt een ronde dus met een volle wachtrij van tegels met dezelfde kleur, halflege wachtrijen, compleet lege wachtrijen en misschien een paar tegeltje die je niet kon plaatsen op het minpuntenspoor.
Dan ga je de wachtrijen langs, van boven naar beneden. Is de wachtrij vol dan plaats je een van de tegels, op de aangewezen plek, in de rij ernaast. De tegels die je niet hebt gebruikt gaan terug de doos in. Dit betekent dus, dat als de wachtrij van vier vol zit met rode tegeltjes, je een van die rode tegeltjes op het rode vakje in rij vier mag plaatsen, de andere drie rode tegels uit de wachtrij gaan terug de doos in.
Dan krijg je punten voor die plaatsing. Je kijkt hoeveel tegels aan het aangelegde tegeltje grenzen, plus het tegeltje zelf, en zoveel punten krijg je. Stel dus dat het rode tegeltje in het midden van een kruis komt te liggen en aan elke zijde een buurman heeft, dan krijg je voor die tegel dus twee keer drie punten. Ligt een tegel helemaal alleen, zonder buren, dan krijg je toch nog een punt voor het plaatsen. Aardig hè?
Elke ronde wordt er ook gekeken of het spel ten einde is, dat is namelijk als iemand een hele rij heeft volgebouwd met tegeltjes. Daarna volgt de eindtelling. Je krijgt dan nog twee punten voor elke complete rij, zeven punten voor elke complete kolom en als laatste krijg je nog eens tien punten voor elke complete set van gekleurde tegeltjes die je hebt liggen.
Dit was het dan, Azul. Het is een fantastisch abstract familie spel dat, en dit is zeker ook een van zijn sterke punten, er wonderschoon uitziet met al zijn kleuren, patronen en stevige spelstukken.
Het spel kenmerkt zich, wat mij betreft, vooral door de opbouw van de interactie tussen de spelers in een ronde. Dit is wat ik zelf het meest interessant vind aan Azul.
In het begin van een ronde heb je nog best veel vrijheid in de keuze van je tegeltjes, maar hoe meer beurten er zijn geweest in een ronde, hoe meer interactie er plaats vindt tussen de verschillende spelers, omdat er steeds minder opties zijn en de consequenties van het maken van bepaalde keuzes steeds duidelijker zichtbaar worden.
Die interactie zit hem in het veranderen van de staat van het bord. Door een tegel van een van de schaaltjes te pakken, en dit hoeft er echt maar een te zijn, kun je het hele spel op zijn kop zetten.
Lagen er bijvoorbeeld net nog drie blauwe tegeltje in het midden, perfect voor Jos, liggen er na jouw beurt, doordat er drie tegeltjes naar het midden zijn verschoven, er nu ineens vijf blauwe en hierdoor zou Jos er ook twee minpunten bij krijgen. Dat is wat minder leuk voor Jos. Maar Sarah vindt het juist geweldig wat je hebt gedaan. In plaats van een eenzame gele tegel in het midden, liggen er nu twee, en dat is precies genoeg om haar setje van gele tegeltjes compleet te maken.
Zo probeer je steeds in te schatten, te berekenen, wat de invloed is van het nemen van een bepaald aantal en type tegels van een van de schaaltjes of uit de voorraad in het midden op de staat van het spel. Niet alleen nu, niet alleen voor je tegenstanders in een volgende beurt, maar ook voor jezelf een paar beurten later. Je hoopt althans dat alles precies zo wordt gekozen dat het in jouw voordeel uitpakt natuurlijk.
Je wil niet dat je in de laatste beurt een hele stapel zwarte tegeltjes moet pakken die je niet meer legaal op je bord kunt plaatsen. Dat gaat je veel punten kosten namelijk.
Je kunt niet zomaar in het wilde weg pakken. Je moet, als je het goed wil doen en tijdens het spel en aan het eind veel punten wil halen, je tegelwerk goed opbouwen. Je wil je werkje langzaam uitbouwen, zodat je bij elke nieuwe tegel die je plaatst steeds meer punten krijgt. En omdat je hierdoor dus elke ronde in elke rij, idealiter, een tegel wil hebben met een specifieke kleur en je per wachtrij een verschillend aantal tegels nodig hebt om deze tegel ook werkelijk in de rij ernaast te krijgen, wordt dit spel echt op het scherpst van de snede gespeeld.
Azul heeft genoeg diepte om iedere spellenliefhebber te kunnen vermaken, maar daarnaast zijn de regels simpel genoeg om ook als familiespel in de smaak te vallen. Het is een van mijn favoriete spellen uit 2017 en daarom krijgt het gewoon netjes vier duimpjes omhoog.