In dit voor de Kennerspiel des Jahres genomineerde spel, uitgegeven door Schmidt Spiele (als Die Quacksalber von Quedlinburg) en 999 Games en ontworpen door Wolfgang Warsch, spelen we kwakzalvers. We brouwen onze geheime brouwsels in onze speciale ketels en proberen uit alle macht onze ketels niet te laten ontploffen voor we deze wonderdrankjes aan de man proberen te brengen.
De Kwakzalvers, met dus Die Quacksalber von Quedlinburg als orginele titel, is een zogenaamde bagbuilder waarin je in je stoffen zakje fiches van verschillende kleuren verzamelt om die in je beurt een voor een uit de zak te trekken en op je spelersbord te leggen.
Het spelersbord moet je pannetje voorstellen waarin jij een brouwsel aan het brouwen bent. Je ziet hierop een spiraalvormig spoor. De vakjes op het spoor krijgen een steeds hogere waarde. Hoe verder je op het spoor bent hoe hoger het puntenaantal je mag ontvangen, hoe meer geld je kunt uitgeven en op sommige vakjes staat zelfs aangegeven dat je een robijn mag pakken.
Dit krijg je niet zomaar natuurlijk. Je moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Elk fiche die je in je zak hebt, en die je ook bij kunt kopen op een bepaald punt in je beurt, heeft een waarde, een kleur en elke kleur heeft een bepaalde eigenschap.
Soms gaat die eigenschap op als je het fiche op je spelersbord plaatst. Soms wordt er aan het einde van de ronde gekeken of je aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Het spel duurt acht rondes waarin elke speler fiches uit zijn zak trekt, punten krijgt en soms nieuwe fiches koopt. En aan het einde van het spel wint de speler met de meeste punten.
Hoe gaat een ronde in het spel?
Ten eerste wordt er een waarzegsterkaart getrokken. Op deze kaarten staat een gebeurtenis. Deze gebeurtenis is veelal positief, je mag iets extra doen of krijgt iets extra’s, maar soms heeft de gebeurtenis meer of minder betrekking op jou.
Daarna wordt er gekeken hoeveel rattenstaarten, deze zijn afgebeeld op het scorespoor, er tussen elke speler en de speler met de meeste punten staan. Als er rattenstaarten tussen jou en de leider staan mag je jouw rattenfiche net zoveel vakjes vooruit zetten op het spiraalvormige spoor, berekend vanaf jouw druppelfiche.
Deze twee fiches bepalen eigenlijk wat je startpunt is op dat spoor. Je druppel begint op het eerste vakje, maar die kun je tijdens het spel vooruit zetten, zodat je in latere beurten steeds verder op het spoor mag beginnen met ingrediëntenfiches neer te leggen. Dit zorgt ervoor dat je steeds sneller bij de vakjes komt waar je veel punten kunt verdienen.
Nadat is bepaald wat het startpunt is van de spelers mogen zij, fiche voor fiche, ingrediënten uit hun zak trekken totdat ze zelf stoppen of totdat de totale waarde van de witte fiches op hun bordje hoger is dan zeven. Dan moeten ze stoppen, hun ketel is ontploft en hun brouwsel onverkoopbaar.
Elke keer als je een fiche pakt moet je die op je bordje leggen, evenveel stapjes verder dan het vorige fiche als de waarde van het fiche dat je net uit de zak hebt gepakt. De kleur van het fiche kan hier ook invloed op hebben. Sommige kleuren hebben een eigenschap die bijvoorbeeld zegt dat je wat extra stapjes mag zetten als je aan een bepaalde voorwaarde voldoet. Soms mag je ook, bijvoorbeeld, een of meerdere fiches uit je zak trekken om daaruit het volgende fiche te kiezen.
Andere fiches hebben weer een eigenschap die aan het einde van een ronde bekeken wordt. Soms gaat het om de meerderheid in een bepaalde kleur. Soms mag je jouw druppel een stapje vooruit zetten. Soms krijg je een robijn.
Zo probeer je dus, door fiches te trekken en neer te leggen, zo ver mogelijk op het spoor te komen. Als iedere speler klaar is, dan wel doordat zijn ketel is ontploft, dan wel omdat ze zelf gestopt is met fiches trekken, worden er een aantal zaken afgehandeld.
Eerst wordt gekeken naar wie het verste is gekomen op zijn spoor. Deze speler mag de bonusdobbelsteen rollen. Deze geeft je wat extra, zoals een punt of een extra oranje fiche bijvoorbeeld. Dan worden de kleuren afgehandeld die eigenschappen hebben die aan het einde van een ronde worden geactiveerd. Daarna mogen de spelers waar een robijn te zien is op het vakje na hun laatste fiche op hun spoor een robijn pakken.
Hierna begint de fase van punten krijgen en nieuwe fiches, een of twee, kopen. De spelers die hun ketel hebben laten ontploffen moeten een van die twee opties kiezen, de anderen mogen beiden doen. Voor jouw punten kijk je naar de waarde in het bruine vierkantje in het vakje na jouw laatste fiche. Voor het kopen van nieuwe fiches kijk je naar het nummer in datzelfde ronde vakje. Je hebt net zoveel geld te besteden als dat getal. Je kunt allerlei fiches kopen. Hoe hoger de waarde, hoe beter het fiche, maar ook hoe duurder het fiche is.
Als iedereen die dat mag punten heeft gekregen en 1 of 2 fiches heeft gekocht stopt iedereen al zijn fiches, ook die op het spelersbord liggen, weer terug in hun zak en als laatste mag iedereen nog twee robijnen uitgeven om hun druppel een stap vooruit te zetten of hun flesje om te draaien.
Over dit flesje heb ik het nog niet gehad, maar dit geeft je de optie om het laatst getrokken witte fiche, als deze er niet voor gezorgd heeft dat jouw ketel is ontploft, weer terug in je zak te doen. Dit kun je eenmaal doen, maar met twee robijnen kun je dit flesje weer reactiveren.
Hierna begint de nieuwe ronde en ga je precies door dezelfde fases. Dit doe je acht keer, met als laatste verschil dat je aan het eind nog robijnen en ‘fiches-koop-geld’ kunt inleveren voor punten.
De speler met de meeste punten mag zich de grootste kwakzalver noemen, wat een eer, en wint het spel.
In Kwakzalvers zitten een aantal interessante zaken. Ten eerste ziet het er lekker kleurrijk en vrolijk uit. De spelerskleuren van de fiches en ketels zijn een beetje vreemd gekozen en een beetje onduidelijk, maar over het algemeen is het een aantrekkelijk pakket.
De combinatie van bagbuilding, je geluk beproeven en de speciale eigenschappen van de verschillende ingrediënten is vrij uniek.
Al doet de combinatie van bagbuilding en geluk beproeven me wel een beetje denken aan Mystic Vale. Het gaat hier dan om een deckbuilder, maar het idee van het verbeteren van je eigen voorraad kaarten om ze daarna een voor een van de stapel te trekken totdat je vind dat je voldoende kunt doen of totdat je teveel verval icoontjes hebt getrokken en je helemaal niks kunt in je beurt is dus niet geheel uniek.
Het verschil zit hem vooral in het feit dat je tijdens het spelen van het spel nooit (veel) fiches bij koopt die jouw persoonlijke voorraad fiches slechter maken. Een keer in het spel moet je een extra wit fiche aan je zak toevoegen, maar het ook zomaar gebeuren dat je door een van de waarzeggerskaarten een wit fiche mag verwijderen.
Gedurende het spel wordt de kans dat je witte fiches trekt dus zeker veel kleiner. En je moet ook heel realistisch zijn dat de straf voor het laten ontploffen van je ketel ook niet wereldschokkend is. Je moet kiezen tussen het krijgen van punten of het kopen van fiches. In het begin van het spel kom je door de weinige fiches die je hebt toch niet heel ver op het spoor en ga je waarschijnlijk toch wel voor het kopen van fiches. En aan het einde van het spel kun je steeds minder profijt halen uit de nieuwe ingrediënten die je koopt, dus ga je dan weer voor de punten waarschijnlijk.
Kom je in het middenstuk van het spel een keertje helemaal verkeerd uit met je ketel, dan is er nog altijd het enorme catch-up mechanisme in het spel in de vorm van de ratten. Sta je ver achter de nummer 1 in punten, dan krijg je door de ratten de mogelijkheid om die ronde verder op het ketelspoor te starten met het neerleggen van fiches.
Het is in die zin echt een familiespel, het moet wel een beetje leuk en gezellig blijven allemaal, want als je gewoon je fiches blijft kopen kun je in punten nog wel bij de nummer 1 in de buurt komen.
Ook de waarzegsterkaarten kun de achterliggende spelers een voordeeltje bieden die de nummer 1 niet kan benutten. Geef nooit op in dit spel, zou ik zeggen.
Een explosieve ketel is niet het einde.
Je wordt wel een klein beetje gemotiveerd om toch door te gaan met trekken van fiches, want wie de volste ketel heeft mag de bonusdobbelsteen rollen. Maar als ik zou moeten kiezen tussen de bonus of het gegarandeerd punten pakken en nieuwe fiches kopen, zou ik toch liever voor het laatste kiezen, dan dat ik enorm veel risico ga nemen. Zo goed zijn die bonussen ook weer niet.
Leuk is ook dat er voor elk ingrediënt er meerdere tegels in de doos zitten. Dit betekent dat de ingrediënten niet elke keer, elk potje, dezelfde eigenschappen hebben. Het spelidee blijft er hetzelfde door, maar het spelgevoel is met een andere set ingrediënteneigenschappen net ietsje anders.
Wel is het zo dat je bij veel deckbuilders, en ook bagbuilders, meestal een aantal kaarten of fiches uit je voorraad haalt en daarna zelf mag bedenken hoe je die inzet. In Kwakzalvers speelt het spel zichzelf eigenlijk wel.
Je trekt een fiche uit de zak en de waarde bepaalt hoever die op het ketelspoor mag liggen en de kleur bepaalt wat je nu of aan het eind van de ronde mag doen. De enige keuze die je eigenlijk hebt in het spel zit hem in de keuze voor welk ingrediënt je koopt en welke waarde je aankoop heeft.
Een ander punt om rekening mee te houden is dat er maar weinig directe interactie in het spel zit. Je bent je toch veelal op je eigen ketel aan het focussen. De andere spelers zijn, buiten dan voor de bonusdobbelsteen, niet zo belangrijk. Het enige punt waar je naar andere spelers zou moeten kijken is bij het kopen van fiches. Het zou kunnen zijn dat iemand net dat laatste fiche van een kleur en een bepaalde waarde koopt. Al is dit, als dit al gebeurd, niet het einde van de wereld.
De zwarte fiches zijn de enige ingrediënten met een enigszins interactief element. Kijk naar je buren en als zij meer, minder of evenveel zwarte fiches hebben krijg je wel of geen bonus. Hier zou je rekening mee kunnen houden bij het kopen en trekken van je fiches.
Goed, uiteindelijk is De Kwakzalvers van Kakelenburg een geinig, maar erg luchtig spelletje, dat stevig geworteld is in het familiespellensegment.
De kans dat jouw ketel ontploft, of de straf nu mild is of niet, en het simultaan trekken van de fiches met verschillende eigenschappen en waardes, zorgt toch voor een gezonde spanning gedurende het spel. Ik vond het wel leuk om te spelen, dat zeker, maar ik denk niet dat het in mijn eigen collectie een blijvertje wordt. Daarvoor heb je voor mijn eigen smaak net te weinig (lastige of interessante) keuzes te maken. Een paar keer spelen is voldoende. Ik zou dan zelf eerder voor Mystic Vale, hierboven al aangehaald, gaan. OK, Mystic Vale is dan geen familiespel, maar die vind ik ietsje interessantere keuzes bevatten dan De Kwakzalvers.