De oude Egyptenaren waren bouwers en wanneer ze aan het bouwen sloegen, dan pakten ze het groots aan. En puntig. En dat is precies waar Imhotep, een spel van Phil Walker-Harding en White Goblin Games, over gaat.
Het idee van het spel is dat de spelers bouwstenen in hun spelerskleur op boten laden. De verschillende boten hebben allemaal een ander laadvermogen. Bij de ene kun je meer blokken kwijt dan de ander. Met deze boten kunnen de spelers de bouwstenen over het water naar de verschillende bouwplaatsen in Egypte laten varen. Op die bouwplaatsen kunnen de spelers op verscheidene manieren punten verzamelen. Soms meteen bij aankomst. Soms aan het einde van een ronde. Soms aan het einde van het spel.
Laten we wat meer inzoomen op de verschillende aspecten van het spel. Imhotep is een familiespel en eigenlijk heb ik met het bovenstaande stukje het hele spel al beschreven. Het spel heeft simpele regels, eenvoudige spelconcepten, maar het geeft iedereen nog genoeg interessante en lastige keuzemomenten.
Een speler voert in zijn of haar beurt een actie uit. Hij of zij kan drie nieuwe blokjes, of beter gezegd blokken, pakken. Je hebt op je spelersbord maar plek voor vijf blokken, dus kunt niet oneindig blijven verzamelen.
Een andere optie is het laden een blok op een van de beschikbare boten. Het spel duurt zes ronden en aan het begin van elke ronde laat een kaart zien wat voor soort boten er beschikbaar zijn die ronde. Er zijn boten met plek voor een, twee, drie en vier blokken. Op het moment dat je een blok op een boot legt mag je kiezen waar je dat doet. Dit is belangrijk, want op het moment dat een boot gevaren heeft en op een bouwlocatie aankomt dan worden de blokken van voor naar achteren uitgeladen.
En dat is ook gelijk de derde optie die je hebt in je beurt. Het laten varen van een boot. Je mag een boot pas laten varen als die een bepaald aantal blokjes meeneemt, namelijk de capaciteit minus een blok. Behalve dan de kleinste boot, die moet helemaal vol zijn. Om een boot te laten varen is het helemaal niet nodig dat je er zelf blokjes op hebt liggen. Dit voegt een interactief, -pak aan!-, element toe aan het spel. Het is wel zo dat je zelden helemaal geen punten krijgt als een andere speler voor die optie kiest, alleen iets minder dan je vooraf in gedachte had.
Op het moment dat een boot aanmeert bij een bouwlocatie worden de blokken een voor een van de boot afgehaald en op de locatie gelegd.
De piramide geeft de spelers meteen punten. Je bouwt gezamenlijk aan een piramide en je begint de rijen en kolommen ervan op te vullen, van boven naar beneden, van links naar rechts, en elk geplaatst blok geeft je punten.
De tempel geeft je aan het einde van de ronde punten. Je plaatst de blokken in een rij van vijf en als die vol is begin je met het plaatsen van nieuwe blokken bovenop de anderen. Als jouw blokken aan het einde van een ronde zichtbaar zijn in het bovenaanzicht, dan krijg je punten.
In de grafkamer probeer je aan het einde van het spel een zo groot mogelijk gebied aaneengesloten blokken te hebben van jouw kleur. Hoe groter dit gebied, hoe meer punten je krijgt.
En dan hebben we de obelisk. Elke speler bouwt daar een eigen toren en aan het einde van het spel krijgt de speler met de hoogste toren hiervoor de meeste punten.
Als laatste kun je een boot naar de markt laten varen. Hier wordt niet gebouwd, maar worden actiekaarten verkocht. De speler waarvan zijn of haar blok als eerste van de boot af komt, die mag als eerste kiezen uit het aanbod van vier kaarten. Je kunt kiezen uit rode kaarten, die je meteen iets laten doen, zoals het plaatsen van een extra blok in een bouwplaats. Paarse kaarten geven je punten aan het eind van het spel. Hoe meer je hebt, des te meer punten je krijgt. Groene kaarten geven je ook punten aan het einde, afhankelijk van hoe gaat je voldoet aan de conditie die erop staat. De blauwe kaarten kun je tijdens het spel inzetten om iets leuks te doen.
Dit is dus ook weer de vierde optie die je hebt in je beurt, het spelen van een blauwe kaart die je eerder hebt verkregen.
Een ronde eindigt op het moment dat alle schepen zijn aangemeerd en het spel eindigt na zes van die rondes. En nu komt het. Tadaaa! De winnaar is de speler met de meeste punten.
Een kleine toevoeging nog. Hierboven heb ik de A-zijdes van alle bouwlocaties kort beschreven, Op de anders zijde, de b-zijde, staan de zelfde locatie nog eens, maar dan met andere, iets ingewikkeldere manieren van punten scoren. Nog steeds niet heel lastig hoor, maar het is iets minder rechttoe rechtaan. Leuk voor de variatie, als je bekend bent geraakt met de spelconcepten in Imhotep.
Dus, Imhotep. De regels zijn eenvoudig en de spelconcepten simpel, zoals ik hierboven al heb gezegd, maar het spel geeft je nog genoeg om over na te denken.
Je moet nadenken waar je jouw blok op de boot legt. Je hebt vast een idee waar je dat blokje graag zou willen zien op het moment dat je die op een boot plaatst. Maar goed, andere kunnen die boot ook laten varen, dus wellicht komt dat blokje daar nooit. Dit is precies het leuke van het spel. Je kunt maar een ding in je beurt. Blokjes plaatsen op boten zorgt er aan het eind natuurlijk voor dat je meer blokjes op de verschillende bouwlocaties hebt liggen, maar, als je het risico niet wil lopen dat een blokje niet aankomt op jouw gewenste locatie, dan kun je soms niet anders dan varen met een boot in plaats van het plaatsen van een blok. En het varen van boten betekent vaak dat je andere spelers ook punten geeft. En dat in jouw beurt. Het gaat er om dat je er dan voor zorgt dat je er zelf natuurlijk het allerbeste uitkomt. Je moet in dit spel de balans zien te vinden tussen zelf werken en punten verdienen, en anderen voor je laten werken en ook punten verdienen.
Ik vind wel dat de laatste beurten in een ronde een beetje minder interessant of spannend zijn. Er zijn dan niet veel schepen en locaties meer over, er mag namelijk maar een boot bij een locatie aanmeren, dus het wordt een beetje een staarwedstrijd. Wie beweegt die laatste boot? Iedereen denkt ‘laat een ander die boot maar bewegen, ik vul mijn voorraad nog wat aan met blokjes in mijn beurt’. Het komt er dan op neer dat de laatste speler, als iedereen zijn spelersbordje heeft volgeladen met blokjes, de boot richting de laatste locatie moet bewegen, omdat iets anders doen niet mogelijk is. De ronde eindigt en iedereen begint de volgende ronde met een opslagruimte vol met blokken. Dit maakt het aspect van het beheren en beheersen van jouw voorraad blokken wat minder interessant.
Dit is een klein minpunt, maar aan de andere kant dus ook een onderdeel van de strategie om anderen voor jou te laten werken. Over het geheel gezien vind ik Imhotep een prachtig familiespel. Een familiespel van de strategische variant, niet van het ‘ik lig onder de tafel van het lachen’ soort. Elkaar af en toe een beetje in de weg zitten, maar vooral nadenken. Het spel is droog. Het is zwart, bruin en wit. Niet het kleurenschema dat nu meteen de aandacht op zich vestigt als je vrienden of familieleden naar jouw spellenkast aan het staren zijn. Dit is niet erg, maar je zult misschien wat overtuigingskracht nodig hebben om dit op tafel te krijgen. Lukt dit eenmaal, dan ga je veel plezier beleven aan dit spel.
Zelf vind ik het spel het leukst met drie spelers, daarna met twee en daarna met vier. Met vier vind ik het spel, omdat je elkaar dan veel meer in de weg zit, iets te chaotisch. Een vierspelerspel is nog steeds aangenaam, maar je hebt dan gewoon te veel paarden waar je op moet wedden.
De conclusie is dat Phil Walker-Harding er weer in is geslaagd om een topper neer te zetten. Hij is echt een van mijn favoriete ontwerpers van de laatste tijd. Hij maakt spannende spellen, met eenvoudige mechanismen, die snel uit te leggen zijn en zonder een overdaad aan spelonderdelen. Wil je een leuk familiespel kun je altijd bij hem terecht.