Een aantal weken geleden eindigde ik mijn Essen preview met te vertellen dat ik erg naar 7 Wonder: Duel uitkeek en ik zeg het nogmaals: ‘Antoine Bauza. Bruno Cathala. 7 Wonders. Twee-speler spel. Genoeg gezegd.’ Nou, ik heb het spel gekocht, gespeeld en nu kun je lezen wat ik ervan vind.
Overzicht
Een (korte) uitleg
7 Wonders: Duel is een twee-speler spel waarin spelers gebouwen bouwen en de Wonderen van de wereld oprichten. Het speelt zich af gedurende drie tijdperken en beurt na beurt kiezen de spelers een kaart en spelen deze uit. Hierdoor krijgen ze punten en aan het eind van het spel wint de persoon met de meeste punten. Hoewel, er zijn twee uitzonderingen, namelijk: als een speler genoeg militaire macht krijgt om de stad van zijn tegenstander te veroveren of hij verzamelt genoeg wetenschappelijke kennis, dan is het spel ten einde en wint hij of zij meteen.
Maar goed, ben je een beetje bekend met 7 Wonders? Ja? Nee? Nou, dit spel lijkt er op, maar ook weer niet.
Zo, dat is pas waardevolle informatie.
Ik begin dan maar gewoon met uitleggen. Elke speler begint het spel met wat geld en vier Wonder kaarten. Links op de kaart staat het type en aantal grondstoffen dat je nodig hebt om het te bouwen en rechts staat zijn speciale eigenschap. Het bord, dat tussen de spelers in ligt, heeft een ‘militaire macht’ spoor met de conflictpion in het midden en de stad van elke speler aan de beide uitersten van het spoor. Op het bord liggen ook vijf van de tien vooruitgangsfiches.
Het spel speelt zich af gedurende drie tijdperken. Elk tijdperk heeft zijn eigen set kaarten en zijn eigen kaarten structuur. Gedurende het eerste tijdperk, bijvoorbeeld, worden de kaarten in een piramidevorm gelegd met afwisselend een rij open en gedekte kaarten.
Er zijn zeven typen kaarten. Er zijn bruine kaarten die je grondstoffen geven, zoals steen en hout. Er zijn grijze kaarten, die je bewerkte grondstoffen geven, zoals glas. De blauwe kaarten geven je punten. Op groene kaarten staan een van de zeven verschillende wetenschapssymbolen. De commerciële gele kaarten hebben een beetje van alles in zich. Ze kunnen de handelsregels veranderen of geven je misschien wat geld. De rode kaarten geven je militaire macht en de paarse gilden, alleen gebruikt in het laatste tijdperk, geven je scoremogelijkheden voor aan het einde van het spel.
Aan de bovenkant van elke kaart vind je een symbool dat het type grondstof aangeeft of de bonus die het geeft. Sommige kaarten hebben ook nog een klein symbool dat aangeeft dat een andere kaart gratis gebouwd kan worden als je deze kaart voor je hebt liggen. Datzelfde symbool moet dan bij die kaart aan de linkerkant staan, want daar staan de bouwkosten van de kaarten.
Gedurende een beurt mag je een van de volgende drie dingen doen. Je kunt een open, niet door andere kaarten bedekte, kaart pakken en voor je neerleggen als je de benodigde grondstoffen hebt. Het is niet dat je grondstoffen in moet leveren, je moet alleen laten zien dat je ze hebt. Als je een of meer grondstoffen op de gewenste kaart niet hebt, kun je ze van de bank kopen. Je betaalt dan twee munten, plus een munt voor elke grondstof van die soort die je tegenstander voor zich heeft liggen.
In plaats van een gebouw te bouwen kun je ook een kaart pakken en deze onder een wonder uit je hand op tafel leggen. Dit wonder is dan actief, maar je moet wel de grondstoffen voor dat wonder kunnen betalen. Er zijn acht wonderen in elke spel, vier bij elke speler, maar er mogen er in totaal maar zeven worden gebouwd. Een speler heeft dus pech.
De laatste optie is om een kaart te pakken en deze af te leggen voor geld. Je krijgt er twee munten voor, plus een munt per gele kaart die je zelf hebt.
Een tijdperk eindigt als alle kaarten op zijn. Je zet daarna gewoon een nieuwe structuur op met de kaarten van het volgende tijdperk en gaat op dezelfde voet door.
Gedurende het spel kun je kaarten verzamelen met een militair symbool. Elke keer dat je een dergelijke kaart voor je legt wordt de conflictpion een stapje richting de stad van jouw tegenstander gezet. Gedurende jouw mars richting de trots van je tegenstander zul je grenzen passeren die er voor zorgen dat jij punten ontvangt en jouw tegenstander geld verliest en als eindelijk jouw legers de vijandelijke stad binnen marcheren, dan win je meteen het spel. Geen genade.
Je kunt ook gebouwen bouwen die een wetenschappelijk symbool weergeven. Er zijn maar liefst zeven verschillende, waarvan elke symbool op twee kaarten staat. Wanneer je twee dezelfde symbolen hebt verzameld, dan mag je een vooruitgangsfiche pakken, die je een bonus geeft, en wanneer je zes verschillende wetenschappelijke symbolen voor je hebt liggen, dan win je het spel ook meteen. Je bent je tegenstander gewoon te slim af geweest.
Als niemand genoeg kennis heeft en niemand een sterke legermacht op de been heeft gekregen, dan gaan we, na het derde tijdperk, gewoon de punten van gebouwen, gildes, wonderen, vooruitgangsfiches, het ‘militaire macht’ spoor en de overgebleven munten tellen. Dat is het dan, diegene met de meeste punten wint het spel.
Recensie
De grote vraag is wellicht: Hoe verhoudt dit zich tot 7 Wonders? Is het net zo goed of misschien wel beter? En speelt het ook als 7 Wonders?
Ik vind 7 Wonder zelf een heerlijk spel, misschien wel een van de betere spellen die er is. Ook ben ik altijd geïnteresseerd in een spel dat alleen voor twee spelers is ontworpen. Dus ja, als je die twee combineert en je zorgt er ook nog voor dat Bruno Cathala zich bij het designteam aansluit, dan kun je er zeker van zijn dat ik het spel ga kopen.
Hoge verwachtingen doen een spel niet altijd even goed. Eens kijken of het spel de verwachtingen waar kan maken.
Dit komt me bekend voor
Als je 7 Wonder kent en hebt gespeeld, zul je veel bekende elementen aantreffen in de doos. De grondstof symbolen zien er hetzelfde uit en je betaalt jouw kaarten, net als in het origineel, met deze grondstoffen. In het Duel ben je eigenlijk ook gewoon aan het ‘draften’, al is niet met het doorgeven van kaarten, maar vanuit een gezamenlijk open hand die op tafel ligt, de kaartpiramide. Je zult nog steeds punten scoren met je blauwe kaarten, je wonder en je gildes, maar daar houdt de vergelijking wel een beetje op, denk ik.
Je hebt nu namelijk drie manieren om te winnen. De militaire en wetenschappelijke manier zijn wellicht wat moeilijker, of vragen om wat meer toewijding, maar het is nu in ieder geval mogelijk om het spel voortijdig te beëindigen.
Dit betekent ook dat je nu, wanneer je een kaart kiest, goed moet letten op de kaarten die je voor je tegenstander vrij speelt. Je weet misschien niet precies welke kaarten de ander wil of kan krijgen, want niet alle kaarten zijn bekend op elke moment, maar je moet zeker voorzichtiger zijn, want anders zou je de ander zomaar de kans kunnen geven om je te verassen en het spel vroeg in haar voordeel te beslissen.
En dan heb je nog de drie verschillende kaartstructuren. Die lijken wellicht niet zo interessant, maar ik denk dat ze het spel wel degelijk beïnvloeden. Aan het begin van tijdperk een heb je veel mogelijkheden, maar aan het eind ga je elkaar steeds meer in de weg zitten, omdat de rijen korter worden. Gedurende tijdperk twee is er wat meer concurrentie vanaf het begin en in het derde tijdperk zit de bottleneck in het midden van de kaartstructuur. Het zijn kleine verschillen, maar je voelt het wel.
Het ‘draften’ van de wonderen aan het begin van het spel biedt ook interessante mogelijkheden. Je kunt nu zelf namelijk een set van wonderen samenstellen die een goede combinatie van bonussen hebben.
‘Doe een stapje naar voren en een stapje terug’
Een militaire overwinning is lastig. Je bent eigenlijk een beetje aan het touwtrekken gedurende een half uur. De Deurzakkers zijn trots op je. Maar ach, al eindig je niet in de stad van de ander, je kunt er toch heel wat punten mee verdienen, terwijl de ander tegelijkertijd munten verliest, als je het goed speelt. Het wellicht toch wel de moeite waard om er een beetje op te letten.
De wetenschappelijke wereld biedt ook voldoende uitdagingen. Om te winnen heb je verschillende symbolen nodig, maar om de vooruitgangsfiches te krijgen moet je weer gelijke symbolen bemachtigen. Wat vind je nu belangrijker? Of lukt beiden wellicht?
Zoals ik al heb gezegd, het is moeilijker om aan de hiervoor genoemde alternatieve win condities te voldoen en het zal dan ook vaker gebeuren dat je gewoon doorspeelt tot het einde van tijdperk drie en dan de punten telt, maar ze zorgen er wel voor dat je er op moet letten. Want het zal je toch niet gebeuren dat nu net jouw opponent het wel voor elkaar krijgt.
Dit alles komt neer op…
De conclusie is dat het Duel nog steeds als 7 Wonder aanvoelt, maar toch echt een ander spel is. Is het beter? Dat weet ik zo net niet. Het is moeilijk om het met elkaar te vergelijken. Ik denk dat ik 7 Wonders nog steeds wat leuker vind. Je kunt het met meer dan twee spelers spelen, het biedt wat meer variatie en het is wat makkelijker om uit te leggen, dus wat meer mensen zullen er plezier aan kunnen beleven. Echter, puur vanuit het twee-speler oogpunt geef ik toch de voorkeur aan 7 Wonder: Duel.
Ik heb ze beiden in de kast staan en ze gaan ook nog lang niet weg. Beide spellen zijn gewoon zeer leuk.