High Society, een spel dat in 1995 voor het eerst werd uitgegeven door Ravensburger en onderweg ook eens de naam Beestenveiling heeft gehad, is ontworpen door Reiner Knizia en het spel, nu opnieuw uitgegeven door Osprey Games, is in deze mooie versie geïllustreerd door Medusa Dollmaker.
In het spel krijg je een aantal geldkaarten op hand. Iedere speler heeft dezelfde kaarten in hun eigen spelerskleur. Er wordt geboden op een kaart die elke ronde wordt opengedraaid. Op die kaart kan een positieve waarde staan, een negatieve waarde of een eigenschap waardoor je totale waarde verdubbeld, halveert of je moet misschien een puntenkaart afleggen.
Het gaat er uiteindelijk om dat je het meeste rijkdom bemachtigd aan het eind van het spel. De meeste punten.
Dat klinkt heel simpel en hoewel High Society een heel eenvoudig spel is zitten er toch wat meer haken en ogen aan dan ik hierboven heb geschetst.
Een ronde gaat als volgt. Als eerste wordt er kaart opengedraaid waarop iedereen mag bieden. De meeste kaarten hebben een positieve waarde, maar sommige hebben een negatieve invloed op jouw score. Deze kaarten hebben een zwart randje om de persoon op het kaartje staan. Je hebt ook een kaart die je score verdubbeld. Vier van die speciale kaarten hebben een andere achtergrond dan de rest, groen, en dit wordt gebruikt als timer in het spel. Op het moment dat de vierde groene kaart wordt opengedraaid, dan eindigt het spel. Er wordt niet meer op die kaart geboden en er wordt gelijk gekeken wie de winnaar is. Hier later meer over.
Nadat de kaart is opengedraaid begint de startspeler met bieden. Iedere speler heeft lage en hoge geldkaarten op hand en van alles ertussenin. Je mag met elk bedrag en elke hoeveelheid kaarten openen. De speler daarna kan overbieden of passen. Dit gaat door totdat er een speler overblijft. Wat wel belangrijk is, als je later in de ronde al kaarten hebt gespeeld en je wil de vorige speler overbieden, dat je alleen geldkaarten bij mag leggen. Dus als je van 7 naar 9 wil gaan, moet je de 2 bij leggen en niet de 7 terug op hand nemen en de 9 spelen.
Dit is een belangrijke regel, want die zorgt ervoor dat je als je geen lage kaarten meer op hand hebt, je dus steeds grotere stappen moet maken om mee te mogen blijven doen in een biedronde.
Als je past in het spel betekent dit dat je jouw kaarten weer op hand mag nemen. Je betaalt dus alleen als je de bieding ‘wint’.
Op het moment dat er een ‘negatieve’ kaart open wordt gedraaid, dan bieden de spelers om die kaart niet te nemen. De eerste speler die dan past die mag zijn geld dan weliswaar houden, maar hij krijgt er wel een negatieve kaart voor terug. Min vijf punten, het totaal aantal punten gehalveerd of je moet een eerder bemachtigde positieve puntenkaart inleveren.
Zo blijf je dus, ronde na ronde, bieden op de kaart die in het midden van de tafel ligt. Soms is het na een rondje of twee langs elke speler wel beslist, soms duurt het wat langer en blijven twee spelers tegen elkaar opbieden. Dit gaat door totdat die vierde groene kaart open wordt gedraaid. Het spel is ten einde, de speler met de meeste punten wint High Society.
En dan komt een belangrijke regel om de hoek kijken. Een vrij eenvoudige toevoeging, maar een regel die het spel erg leuk maakt. De speler die het minste geld op handen heeft aan het einde van het spel, de speler die dus het meeste geld heeft verkwist, die doet sowieso niet mee met de eindtelling en maakt geen enkele kans op de overwinning.
Dit maakt het spel natuurlijk heel anders dan een standaard biedspel. Je kunt niet zomaar al je geld inzetten om een hoge puntenkaart te bemachtigen. Je moet de andere spelers echt in de gaten houden. Die speler heeft heel veel punten, maar nog maar een beetje geld, dus als we nu zorgen dat we met ons eindsaldo net boven zijn hoeveelheid geld blijven, hebben we niet zoveel punten nodig om te winnen.
Omdat geld aan het eind dus net zo belangrijk is als de punten ben je tijdens het spel ook echt heel erg met elkaar aan het spelen. Je probeert de andere spelers, misschien wel nog meer dan bij andere biedspellen, echt te veel te laten betalen voor de puntenkaarten.
Dit is ook erg belangrijk bij de negatieve kaarten, want daar heb je als speler die als eerste past het voordeel dat je als enige speler geen geld hoeft in te leveren. Je zou er dus voor kunnen kiezen om de prijs van het niet krijgen van de negatieve kaart een beetje op te drijven om vervolgens je verlies te nemen. Jij hebt dan wat meer geld om in de volgende rondes op goede kaarten te bieden.
Het is wel zo natuurlijk dat je niet precies weet wanneer het spel ten einde is, dit is namelijk afhankelijk van de groene die willekeurig open worden gedraaid. Je weet daardoor ook niet echt wat er nog in het spel zit, wat er nog aan komt. Je kan denken ‘ik neem die min vijf puntenkaart wel, want de negen komt er toch nog aan’, maar die negen komt helemaal niet, want de beurt hierna wordt de vierde groene kaart open gedraaid. Dit element van willekeur zorgt er dus voor dat je niet heel goed kunt inschatten wat de waarde van de kaarten is op het moment dat ze worden opengedraaid. Een drie kan heel belangrijk zijn als de groene kaarten vroeg in het spel komen, terwijl als het spel langer duurt drie punten misschien niet zo de moeite waard zijn om op te bieden. Ikzelf vind dit juist wel spannend, maar ik kan me voorstellen dat je daardoor de einduitkomst in het spel iets te veel van geluk vindt afhangen.
Het spel is erg eenvoudig. De regels heb je zo uitgelegd en het spel speelt reuze snel, maar door die twists van het bieden om negatieve kaarten niet te krijgen, het bij moeten leggen van geldkaarten in plaats van het bieden van een zelfgekozen bedrag en de regel dat je niet mee mag doen om de overwinning als je het minste geld over hebt aan het eind maakt High Society een waanzinnig interessant en leuk spel.
Dit kleine doosje met mooie illustraties heeft me tot nu toe al heel wat spelplezier gebracht en ik ben blij dat Osprey Games dit oudere spel weer eens onder de aandacht heeft gebracht. Een spel dat niet mag ontbreken in de collectie van menig spellenliefhebber.