Een paar maanden geleden vertelde ik nog dat ik een nieuw beleid had. Ik zou geen spellen meer bespreken die ik zelf niet leuk vond, niet zou aanraden. Nu staat hierboven, in de titel, Oh My Goods! en was dat nou net niet een spel dat ik maar mwa, mwa vond. En toch recenseer ik hier de uitbreiding van dat spel, Longsdale in Aufruhr of Longsdale in Revolt? Hoe zit dat dan?
Ik citeer hier even de laatste paragraaf uit mijn recensie van Oh my Goods!.
It’s not that this is a bad game, but when I saw that this little game had cards that are used as money, goods and buildings I got excited and expected a more strategic game. The things you can do depend too much on what’s been drawn in the sunset and sunrise phase. A decent exercise, but I doubt it will get played a lot.
Dit klinkt niet als een spel dat je vaker zou willen proberen. Ik zei het al, een aardig spelletje, maar vaker spelen zal ik het waarschijnlijk niet. Nadat ik de recensie op de site had geplaatst en daar op bgg en social media melding van had gemaakt kwam de heer Pfister zelf met de vraag of ik met de eerste of twee editie regels had gespeeld. Gelijk gecheckt, de eerste editie had ik. Pfister: Ja, maar de tweede editie regels zijn echt veel beter, of in ieder geval beter voor jou, waarschijnlijk kijkend naar de kritiek die ik had op het spel.
OK. Leuk, maar ik had eigenlijk meer iets van ‘helaas, Oh My Goods ! heeft zijn kans gehad. Het spel gespeeld en niet goed genoeg bevonden’.
Het spel inmiddels de deur uit, verkocht of geruild, ik weet het niet meer. En dan hoor je de geruchten. Er is een uitbreiding uitgekomen. Heel erg leuk. En ja echt, de tweede editie regels zijn veel beter.
En het blijft een spel van Alexander Pfister. Ik kan toch wel zeggen dat hij, op dit moment, mijn favoriete ontwerper is.
Toch gezwicht en de uitbreiding en het basisspel opnieuw aangeschaft. Dertien potjes later, de hele campagne doorlopen, ben ik om. Ja, de tweede editie regels zijn beter. Maar misschien nog belangrijker, de uitbreiding maakt het voor mij een topspel. Ik denk niet dat ik nog zonder de uitbreiding zou spelen. Zo veel leuker vind ik Oh My Goods met de ideeën uit Longsdale in Aufruhr.
Even kort, Oh My Goods! zelf, hoe speelt dat nou?
Je hebt een heel pak kaarten. Deze kaarten zijn aan de ene kant gebouwen die iets kunnen produceren en aan de andere kant zijn het ook producten die je in kunt leveren om die gebouwen te laten produceren. Om een gebouw te kunnen bouwen heb je geld nodig. Als een gebouw produceert, dan leg je daar een x-aantal kaarten op, afbeelding naar beneden, en dit representeert dan het goed dat je hebt geproduceerd. Elke product, elk goed, is een aantal munten waard per stuk. Dus wil je een gebouw van waarde zes bouwen, kun je drie goederen inleveren die op je gebouwen liggen die per stuk twee munten waard zijn.
Nu is het zo dat het spel ook een gelukselement bevat en een belangrijk onderdeel is om je geluk te beproeven. Dit heeft namelijk te maken met de manier waarop je jouw gebouwen kunt laten produceren. Op sommige kaarten staat een half zonnetje afgebeeld. Tijdens de zonsopgangsfase worden er kaarten opengedraaid totdat er twee halve zonnen zichtbaar zijn. Dan liggen er bijvoorbeeld vijf kaarten op tafel, waarvan er twee hout, twee graan en een klei afbeelden. Om een gebouw te laten produceren heb je deze goederen nodig. Een bepaalde bakkerij bijvoorbeeld heeft drie graan en twee klei nodig om brood te produceren. Dat ligt er nog niet.
Je begint het spel met een arbeider. Na de zonsopgangsfase moet je die arbeider aan een gebouw toewijzen. Hiermee geef je aan dat je dat gebouw wilt laten produceren. Die arbeider kan lui of ijverig zijn. Lui betekent dat dat het gebouw een goed minder nodig heeft om te produceren, maar ook maar een enkel goed produceert. Een ijverige arbeider heeft alle goederen nodig voor het produceren, maar produceert dan ook twee hele goederen.
Leg je bijvoorbeeld je arbeider bij die bakkerij, dan moet je alle benodigde goederen tot je beschikking hebben, anders produceert hij geen enkel brood.
Nadat iedereen zijn arbeider heeft geplaatst, geeft iedereen ook aan welk gebouw hij uit zijn hand wil bouwen in de latere bouwfase. Dan gaan ze aan het werk tot de zonsondergangsfase. Hier worden weer kaarten omgedraaid van de trekstapel tot er twee zonnen open liggen. Deze keer zijn het toevallig maar twee kaarten, een hout en een klei. Totaal liggen er nu dus drie hout, twee graan en twee klei. Helaas, je bakkerij heeft een graan tekort om te produceren deze ronde. Niet getreurd, je kunt goederen uit je hand bijspelen om het gebouw toch laten produceren. Een kaart met een klei symbool in jouw geval.
Dat is leuk, maar daarbij heeft elk gebouw een productieketen die hij mag activeren als er minstens een product in het gebouw is geproduceerd die ronde. Dit kan betekenen dat je extra handkaarten mag omzetten in goederen, of producten van andere gebouwen mag omzetten in het product van het geactiveerde gebouw. Bij die bakkerij kun je kolen en meel, beide komen die van andere bebouwen, omzetten in brood. Het activeren van zo’n keten is de sleutel tot je succes in dit spel, zeker als we het over de uitbreiding gaan hebben. Het levert namelijk geld op die je tijdens het spel kunt uitgeven, maar ook punten aan het eind van het spel.
Het verschil tussen de eerste versie en de twee versie zit hem in twee dingen. Bij de eerste versie was je heel erg afhankelijk van de kaarten die je trok. Je kreeg elke ronde twee nieuwe kaarten en daarmee moest je het doen. Een hoge geluksfactor, zeker als je bezig bent om gebouwen te bouwen die bij elkaar passen qua goederen die ze maken, maar ook omdat het een race spel betreft. Het spel eindigt namelijk als iemand acht gebouwen heeft gebouwd en wat nu als jij alleen maar gebouwen trekt die twaalf munten kosten, terwijl een andere speler toevallig veel goedkopere gebouwen trekt, dan ga je het vrij lastig krijgen als die speler dan ook nog besluit om die gebouwen te bouwen. De tweede versie lost dit op door je, voordat je de twee nieuwe kaarten trekt, de optie te geven om heel je hand af te leggen en evenzoveel kaarten van de trekstapel te pakken. Zo heb je dus meer kans om kaarten op hand te krijgen die je kunt gebruiken, kaarten te krijgen die bij de strategie passen die je toepast. Dit is echt een wereld van verschil, het zorgt ervoor dat geluk minder van belang is. Het spel wordt hierdoor veel tactische en leuker wat mij betreft.
Een ander groot verschil met de eerste editie is dat iedereen aan het eind van het spel nog al zijn productieketens mag activeren. Hierdoor krijg je nog de kans om goederen die je op hand of eerder geproduceerd hebt te converteren in goederen die veel waardevoller zijn. Is het je gedurende het spel niet gelukt op bepaalde gebouwen te activeren, weet je dus zeker dat het je aan het eind zeker lukt om de productieketens van jouw lucratieve gebouwen te activeren.
Waar het kaarten afleggen en opnieuw trekken je de kans geeft om echt samenhangende gebouwen bemachtigen en te bouwen, beloont de tweede verandering ten opzichte van de eerste editie je ook als je deze gebouwen laat produceren.
Deze aanpassingen maken dit spel voor mij al een stuk beter. Als je wilt kun je nog steeds naar het einde racen en zoveel mogelijk goedkope gebouwen bouwen, maar je geeft de spelers die liever iets opbouwen hierdoor ook een kans om te winnen.
Bleef ik bij de eerste editie nog vaak met een onverzadigd gevoel zitten, heb ik bij de het spelen van de tweede editie veel meer et gevoel dat ik iets leuks heb opgebouwd en daar ook werkelijk de vruchten van heb kunnen plukken.
Goed, maar dat is dus nog steeds Oh My Goods! of O mijn Goederen, zoals de Nederlands versie van 999 Games heet. De uitbreiding, Longsdale in Revolt, bouwt hierop verder. Het voegt een aantal nieuwe elementen toe die van een geinig spelletje een topper maken.
Ten eerste voegt het een verhaal toe aan het spel. Onrust in de stad, je moet jezelf verdedigen, er gebeurt van alles. Elk potje dat je speelt is als het ware een hoofdstuk uit een boek en zo ga je spel na spel door het boek heen. Ik vind thema belangrijk, daarom vind ik een verhalend spel ook erg leuk, maar ik ben zelf wat meer gefocust op de mechanismen van een spel, die zorgen er bij mij uiteindelijk voor dat ik een spel goed vind, of niet natuurlijk.
De Longsdale uitbreiding voegt twee nieuwe spelelement toe, die het verhaal ondersteunen, maar vooral het spel zelf sterker maken. Dit zijn de de eindespelcondities en de gebeurtenissen.
Elk hoofdstuk komt met zijn eigen condities waar je aan het einde van het spel aan moet voldoen. Heb een kracht van minstens drie bijvoorbeeld, betaal of heb een x-aantal munten in bepaalde goederen, zoals huiden en gereedschap. Heb je dit niet verlies je een bepaalde hoeveelheid punten. In de solo scenario’s ligt de lat nog wat hoger en moet je meestal goederen van een bepaalde soort hebben van een vastgestelde totale waarde en daarbij een moet je totale puntenaantal gelijk of hoger liggen dan een andere vastgestelde waarde. Voldoe je hier niet aan? Dan speel je hetzelfde hoofdstuk opnieuw. Doe je dit wel, dan mag je verder naar het volgende hoofdstuk.
Het tweede nieuwe element is het stapeltje gebeurtenissen. Elk hoofdstuk bestaat uit een aantal gebeurtenissen en elke ronde draai je zo’n gebeurteniskaart om. Deze kaart voegt iets thematisch toe aan het spel en het verandert iets deze ronde. Soms mag je tot drie zonnetjes opendraaien in plaats van twee, soms mag je iets gratis produceren, soms moet je jouw kracht vergelijken met de buren om iets te krijgen en soms voegt het nieuwe kaarten toe aan het spel.
Zo worden hoofdstuk na hoofdstuk langzaam nieuwe gebouwen geïntroduceerd. Bijvoorbeeld de wachttorens die je kracht geven om je te verdedigen tegen barbaren die op de loer liggen, of een boerderij die elke productiefase een mais produceert zonder dat je daar een arbeider voor nodig hebt.
Maar ook karakterkaarten worden op deze manier in het spel gebracht. Dit zijn kaarten die je, als je ze op hand krijgt, kunt uitspelen om iets extra’s te krijgen. Dit kan zijn het goedkoper bouwen van gebouwen of het bemachtigen van extra kaarten. Heel handig.
De gebeurtenissen veranderen ook iets anders. Iets heel belangrijks. Het spel eindigt namelijk in de ronde dat de laatste gebeurteniskaart wordt omgedraaid. Het spel eindigt dus niet meer nadat iemand acht gebouwen heeft gebouwd, maar na tien ronden, ongeacht hoeveel gebouwen iedereen gebouwd heeft. Dit zorgt er dus voor dat het race-element compleet weg is uit het spel.
Voor mij is dit een verbetering ten opzichte van het origineel. Ik ben meer iemand die graag zijn eigen motortje opbouwt, graag de vruchten wil plukken van zijn eigen sluwe plannetje. Niet iemand die het leuk vind om maar gewoon gebouwen neer te kwakken, omdat het moet. Nu weet je gewoon, over tien ronden zijn we klaar, daarmee moet je het doen. Veel strategischer vind ik zelf. Veel leuker ook.
Wat wel zo is, en dat is een nadeel van de toevoegingen, is dat je als nieuwe speler eigenlijk even door de stapel kaarten moet gaan, voordat je start met het spel. Je moet nu aan zulke specifieke voorwaarden voldoen aan het eind dat je, als je het goed wilt doen, wel moet weten hoe je aan bepaalde producten kunt komen. Zeker als je meerder goederen nodig hebt om een productieketen te activeren en die goederen ook van een ander gebouw moeten komen. Kon je het bij het basisspel nog doen met het motto ‘ Gaan met die banaan’ , zou ik die banaan bij Longsdale in Revolt eerst even grondig inspecteren.
Het spel is trouwens ook gewoon met de uitbreiding te spelen als je het verhaal niet wilt volgen, of al helemaal uitgespeeld hebt. Je gooit dan eigenlijk alle karakters, oude en nieuwe gebouwen bij elkaar en kiest een van de eindconditie kaarten uit om met die condities te spelen.
Het spel leent zich ook uitstekend als solo spel, omdat je eigenlijk nauwelijks interactie hebt met andere spelers. Het solo scenario is echt aan te raden voor diegene die graag een bordspel in zijn eentje speelt. Het biedt voldoende uitdaging, sommige hoofdstukken zijn echt lastig om te winnen, zodat je heel wat solo potjes kunt te spelen.
Conclusie. De tweede editie regels van het spel zijn echt heel veel beter dan de eerste. O Mijn Goederen! wordt zo een fijn tussendoortje. Longsdale in Revolt maakt het voor mij nog beter. Zoals hierboven al gezegd, ik zou het spel niet zo snel zonder de uitbreiding meer spelen. Het is al bekent dat meneer Pfister dit jaar met een nieuwe ‘story’ uitbreiding voor het spel komt en ik hoop voor de spelers die de Nederlandse versie van het basisspel hebben dat deze uitbreidingen ook in het Nederlands worden uitgegeven. Al heb ik hier een hard hoofd in. Voor mij is de tweede uitbreiding een must-buy.
Zo wordt een spel dat je wel OK vindt met de Longsdale uitbreiding in een keer een van mijn favoriete kleine spelletjes in mijn collectie.