Een recensie van het bordspel Gùgong ontworpen door Andreas Steding, illustraties van Andreas Resch & Noah Adelman en uitgegeven door Game Brewer.
Wat is het?
Gùgong is een spel waar je als rijke Chinese familie invloed in het rijk probeert te vergaren door het geven of eigenlijk ruilen van giften met ambtenaren.
Wat is leuk?
++ Het spel is erg gestroomlijnd en de regels zijn betrekkelijk eenvoudig. Mede doordat het spelverloop ook op de verschillende borden staat afgebeeld.
++ Kaarten ruilen om acties uit voeren is interessant. Je moet bepaalde (hogere) kaarten uitspelen op de verschillende plekken op het bord om de actie uit te mogen voeren. Op de kaart die je speelt zelf staat ook soms een actie die je eerst mag uitvoeren, voordat je de actie op het bord uitvoert. De kaart die je terug krijgt is gelijk een van kaarten die je de volgende ronde tot je beschikking hebt. Plus, de dobbelstenen die elke fase worden gerold bepalen welke kaarten extra waardevol zijn, omdat je er extra blokjes voor krijgt.
++ Het spel dat je speelt om aan het einde van een ronde de meeste kaarten te hebben die dezelfde waarde hebben als de dobbelstenen is ook erg interessant. Dat is namelijk een extra reden om een kaart wel of niet te spelen op een bepaald moment. Ligt er een dobbelsteen met waarde 8 en je weet dat je rechter buurvrouw nog een 8 op handen heeft, dan wil je wellicht wachten met het uitspelen van jouw 9.
++ Het beheren van je blokjes, als het ware je geld, invloed en goederen in het spel, vraagt wat denkkracht. Zeker als je het maximale uit de bonussen wil halen die je zou kunnen krijgen. Maar 1 blokje in jouw algemene voorraad terwijl je een bonus krijgt van 3 blokjes is niet heel handig.
++ Je moet helemaal boven in het tempelspoor komen, anders mag je niet meedingen naar overwinning. Dit zorgt voor extra spanning. Ook om de punten die daar te verdelen zijn.
++ Verschillende decreten, dit zijn eindespelcondities of bonussen die je als speler kunt activeren, zorgen elk spel voor een net iets andere focus.
++ Het vervoeren van goederen met je schip levert je of extra kaarten op, of een groot blok, of punten. Vooral die eerste twee bonussen zorgen voor een verschillende strategie. Met het grote blok kun je schepen sneller bonussen laten produceren en het periodieke werk aan de muur wordt sneller afgehandeld. Met de kaarten heb je per ronde gewoon meer beurten.
++ Er leiden meerdere wegen naar Rome (of Beijing?). Je kunt punten halen met het vervoeren van goederen per schip, je kunt jade verzamelen, je kunt al reizende bonusfiches bemachtigen, je kunt meewerken aan de muur en daarmee punten verzamelen en natuurlijk geven de decreten, waaronder de eindespelcondities, je punten. In welke mate je meedoet met elk aspect is aan jou.
++ De illustraties en componenten maken van Gùgong een mooi geheel en dit gaat niet ten koste van de overzichtelijkheid van het het bord.
Wat is minder?
— Het klinkt heel spannend dat je helemaal bovenaan paleisspoor moet komen, maar in de potjes die ik heb gespeeld is het nooit voorgekomen dat het er echt om spande of iemand het zou halen of niet.
— Het corruptiespoor, die wordt gebruikt in de beurtvolgorde en de bonussen die de spelers krijgen bij het meewerken aan de bouw van de Chinese muur, geeft wat minder voldoening dan de andere actiesporen, omdat het spoor niet direct een bonus geeft. Die ‘bonus’ zie je later pas.
Wat maakt het spel speciaal?
$$ Het ruilen van de kaarten om acties mee uit te voeren is thematisch en mechanisch interessant. 1 Kaartruil heeft namelijk impact op de korte termijn, de acties die je kunt uitvoeren, de midden lange termijn doordat je gelijk je deck samenstelt voor de volgende ronde en door de blokjes die je krijgt aan het einde van die ronde voor elke kaart in je nieuwe deck die overeenkomt met de waarde van de dobbelstenen die zijn geworpen.