Dune Imperium – Uprising is een spel van Clay Brooks, Derek Herring, Raul Ramos, Nate Storm en Dire Wolf. Duik in de wereld van spice, zandwormen en spionnen in een spel dat deck-building combineert met worker placement.
Ben ik fan van Dune? Nee, niet per se. Ik ben meermaals in het eerste boek begonnen, maar ik werd geen fan. Ik heb de nieuwe films gezien en die waren zeker vermakelijk. Ik ben geen fanboy. Ik heb dus geen spice-wolk waar ik doorheen moet werken voor ik een objectieve beoordeling kan geven over het spel, maar ik kan daardoor ook niet goed beoordelen of het thema, het verhaal en de ‘lore’ van Dune en aanverwanten goed geïmplementeerd is.
Dan weet je dat.
Dune Imperium Uprising is een her-implementatie van Dune Imperium. Ik heb Dune Imperium niet gespeeld.
Zo, dat weet je dan ook.
Laten we maar beginnen met het bespreken met het spel. Daar kwam ik voor. Dune Imperium Uprising is dus een spel dat deckbuilding combineert met worker placement. Door kaarten uit te spelen mag je jouw werkers, jouw ‘agenten’, op het bord plaatsen. Je verzamelt spice, water en Solari en probeert daarmee invloed te krijgen binnen vier machtige facties en ook je militaire macht uit te breiden. Dit zijn gelijk twee manieren waarmee je punten kunt verzamelen in het spel. Het spel is ten einde als iemand aan het einde van een ronde tien punten heeft verzameld, dan worden er nog wat eindespelpunten verdeeld en wint de speler met de meeste punten.
Het spel bevat een aantal interessante elementen.
Ten eerste speelt iedere speler als een karakter uit de films. Het is heel duidelijk dat het uiterlijk van het spel gebaseerd is op de films en niet per se op de wereld uit de boeken. Je herkent de acteurs zeer makkelijk. Elk karakter heeft een eigenschap die je kunt activeren door een speciale kaart uit te spelen en een eigenschap die wordt geactiveerd bij een specifieke spelgebeurtenis. Dit is al erg leuk. Goed voor wat variatie van potje naar potje.
Ten tweede is de combinatie deckbuilding en workerplacement erg goed gelukt. De kaarten die je hebt en later bij koopt bestaan uit, simpel gezegd, drie onderdelen. Het eerste onderdeel bestaat uit een of meerdere iconen die bepalen waar je een poppetje mag plaatsen. In je beurt speel je een kaart uit je hand uit en een geel icoontje, bijvoorbeeld, betekent dat je jouw agent, jouw werkertje, op een actieplek op het bord mag plaatsen met zo’n geel icoontje en daar de actie mag uitvoeren. Plekken met een geel icoontje hebben in dit geval iets te maken met de handel in spice. Daarnaast staat op de kaart soms een extra actie, of eigenschap, die je mag uitvoeren in de beurt waarin je die kaart speelt.
Zo speel je in een ronde dus twee kaarten uit. Al kun je later een extra agent krijgen, of door middel van een bepaalde actie agenten van het bord terughalen, waardoor je extra kaarten zult uitspelen om deze agenten (weer) op het bord te plaatsen.
Als je geen agent meer hebt, dan zul je een ‘reveal’ beurt doen. Dan leg je jouw resterende handkaarten open op tafel en activeer je de ‘reveal’ acties die op die kaarten staan, het derde onderdeel van de kaart. Soms krijg je extra overtuigingskracht, waarmee je nieuwe kaarten kunt kopen. Soms krijg je extra militaire kracht, waarmee je, naast de troepen die je eerder hebt ingezet via acties op het bord, het conflict kunt winnen dat aan het einde van elke ronde plaatsvindt. Soms andere zaken.
Er kunnen dus drie redenen zijn om een kaart te kopen. Er kan een icoontje op staan dat correspondeert met een gebied waar je graag jouw agenten naar toe zou willen sturen. De actie die erop staat combineert lekker met andere kaarten in je stapel. Of de ‘reveal’ actie past goed bij jouw strategie. Het liefst heb je ze alle drie natuurlijk, maar een van de drie kan ook al een reden zijn om een kaart te kopen.
Net als in veel andere deckbuilders is het dus erg leuk om elke keer weer een stapeltje kaartje bij elkaar te kopen die individueel goed zijn of goed samengaan met andere kaarten in je stapel.
Ten derde, zijn de conflicten interessant. Wellicht krijg je een verkeerd beeld bij conflicten en heb je de epische gevechten in je hoofd die je misschien in de films hebt gezien. De conflicten in Dune Imperium Uprising zijn niet episch, het zijn zakelijke worstelingen om de meerderheid op het bord.
Elke ronde vindt er dus een conflict plaats, dat weet je. Je weet ook wat je krijgt. Er ligt een kaart naast het slagveld die dat zegt. De winnaar krijgt X, nummer twee krijgt Y. Je kunt dus goed inschatten hoe ver je wil gaan om de meerderheid te krijgen. Gedurende een ronde kun je blokjes naar het slagveld schuiven, in je ‘ reveal’ beurt kun je gevechtsicoontjes vrijspelen die op je kaarten staan en zelfs tijdens het conflict kun je jouw tegenstanders nog verrassen met extra gevechtsicoontjes op geheime ‘intrige’ gevechtskaartjes die je bezit. Deze intrigekaarten krijg je tijdens het spel bij bepaalde acties. Sommige kun je op elk moment inzetten, anderen aan het einde van het spel en sommige alleen tijdens een gevecht dus.
Maar het leukste aan een conflict zijn misschien wel de wormen. Het kost wat moeite om ze te krijgen. Je hebt eerst invloed nodig bij de Fremen factie. Daarna moet je een ‘Maker Hook’ gaan halen, om daarmee in de woestijn een of meerdere zandwormen te berijden. Het kost je meerdere beurten om een worm te krijgen, maar dan heb je ook wat. Niet eens per se omdat ze wat sterker zijn dan reguliere eenheden, blokjes dus, maar vooral omdat ze jouw beloning verdubbelen. Dat kan erg lucratief zijn als je alles goed hebt gepland. Richting het einde van het spel kun je beloningen krijgen die je punten opleveren. Vaak is het zo dat je dan een punt krijgt en dan nog een extra punt als je de juiste hoeveelheid van het een óf het ander inlevert. Heb je het goed gepland, verdubbel je die bonus met een worm en heb je de juiste spullen, dan kun je zomaar vier punten uitlopen. Dat is heel wat voor een spel dat bij tien punten is afgelopen. Het nadeel is dan wel weer dat die wormen na het conflict gewoon weer het zand in kruipen en je een volgende keer weer de woestijn in moet trekken om ze te bemachtigen.
Elk conflict vindt plaats op een bepaalde locatie op het bord. Thematisch gezien dan. Soms krijg je een beloning die jou de controle geeft over die locatie, waardoor je, als een speler die locatie gebruikt, ook iets krijgt. Dat is lekker. Het grappige is ook dat een drietal locaties zich achter de ‘Shield Wall’ schuilhouden. Een veilige plek waar men geen last heeft van wormen. Dit betekent dat de wormen zich niet in een conflict kunnen mengen dat zich daar bevindt. Behalve als de ‘Shield Wall’ kapot gaat. Dan mag het wel. Dat zal een speler dus moeten doen. Heb je een haak, kun je wormen berijden, en dan wil je dus die muur naar beneden halen. Maar ja, daar gaan anderen ook van profiteren, dus neem jij die taak op je, of laat je dit aan een andere speler en hoe lang wil je daarop wachten?
Ten vierde heb je spionnen in het spel. Wat in het Nederlands niet voor veel problemen zorgt, maar een spel met spies EN spice zorgt als je Engels aanhoudt als voertaal soms voor wat verwarring. Het mechanisme zelf is erg geinig. Als een actie dat toelaat mag je een spy plaatsen. Je hebt er drie tot je beschikking, en dit zijn kleine poppetjes die je naast of tussen meerdere actieplekken kunt zetten. Heb je ze eenmaal geplaatst, kun je ze op drie manieren inzetten. Je kunt ze gratis en voor niets van het bord halen om een extra kaart te trekken. Leuk. Ook kun je ze weghalen bij een actieplek om die actieplek toch te mogen gebruiken, ondanks dat er al een agent van een andere speler op staat. Als laatste staan er op sommige kaarten, naast symbooltjes van andere locaties, ook een spion symbool. Dit betekent dat je met die kaart met jouw agent naar een plek mag gaan waar jouw spion al staat. Door slim spionnen te plaatsen kun je jezelf dus makkelijker toegang verschaffen tot belangrijke actieplekken en heb je die plekken niet (meer) nodig, dan kun je er extra kaart voor krijgen. Alleen die extra kaart al geeft je zoveel extra mogelijkheden.
Als laatste, voordat ik naar mijn conclusie ga, ben je in dit spel dus ook aan het racen naar die tien punten. Het is een langzame race. Zelfs af en toe te langzaam naar mijn smaak. Het is ook zeker niet zo dat de speler die als eerste bij die tien punten komt wint, maar je wil, als je niet zelf aan de leiding staat, enigszins gelijke tred houden met die andere speler die vooraan staat. Je wil, zover je kan, controle houden over het einde van het spel. Punten krijg je door invloed te hebben binnen de vier facties, een hele dure kaart geeft je een punt als je die koopt en je krijgt punten als beloning voor het winnen van sommige conflicten. Daarnaast zijn er drie soorten conflict-beloningskaarten. De winnaar krijgt de beloningskaart. Heb je twee beloningskaarten van hetzelfde soort, dan krijg je ook een punt. Je wil dus een setje verzamelen. Of meerdere.
Ook zijn er naast intrigekaarten voor tijdens conflicten ook intrigekaarten met eindspelcondities die je als een konijn uit een hoge hoed aan het einde van het spel kunt uitspelen om je tegenstanders te verrassen met extra punten. Er zijn dus verschillende manieren om punten te krijgen, maar je wil een beetje zekerheid dat jij alles hebt kunnen doen wat je wilde doen voordat het eind van het spel wordt ingezet. Die spanning is om te snijden als je die puntenschijfjes richting de tien punten ziet gaan.
Kortom, Dune Imperium Uprising is leuk. Het is een erg goed spel. Schijn bedriegt een beetje, want door het Dune thema heb ik het lang links laten liggen. Ik vind het geen toegankelijk thema. Ik denk dat ik mensen die niet van fantasy of sci-fi makkelijker kan porren voor een spel met een wat meer generiek fantasy of sci-fi jasje, dan een spel met een enorme zandworm op de doos. Dune op zichzelf is toch een geval apart. Het is een beetje vreemd.
Ben je helemaal niet bekend met het verhaal dan verwacht je, op basis van de beschrijvingen op de doos en door een term zoals conflict, misschien wat meer actie. Door een term als intrige verwacht je misschien wat meer ‘social deduction’ en interactie. Dat krijg je dus niet. Er zit wat (inter-)actie in het spel met het bezetten van actievelden en het strijden om meerderheden, maar zeker geen achterbaks gedoe en politieke spelletjes. Je krijgt gewoon een erg sterke ‘euro’. Een lekker spel waar alle individuele mechanismen op een heel interessante en spannende manier in elkaar grijpen. Elk potje is weer anders. Elk potje is weer leuk.
Deze spelbespreking is geschreven na het spelen van 7 potjes van het besproken spel.
In bovenstaande schaal is:
1 ster – Helemaal niet leuk. Het spel heeft aanzienlijke gebreken of problemen.
2 sterren – Heel weinig spelplezier. Tal van problemen beïnvloeden de algehele ervaring.
3 sterren – Ondermaats. Enig plezier, maar genoeg ruimte voor verbetering.
4 sterren – Neutraal/Matig leuk. Redelijk spel, maar het mist uitzonderlijke elementen.
5 sterren – Best leuk. Een solide spel met genoeg boeiende spelelementen.
6 sterren – Zeer leuk. Veel spelplezier, goed ontworpen en met een aantal noemenswaardige spelelementen.
7 sterren – Extreem leuk. Een must-play, een bijna perfecte ervaring!